Sawatdi krap/ Sawatdi ka!

Terwijl we op het vliegveld van Bangkok wachten op onze vlucht naar Siem Raep, Cambodia, kijken we terug op twee weken Thailand. Eigenlijk hebben we nauwelijks wat van het land meegekregen, maar we hebben wel een paar gave dingen gedaan!

Onze eerste stop is Khao Lak, een slaperig plaatsje aan de Andamanzee in het zuiden van het land. Het is helemaal vormgegeven door toerisme: Thai zie je vrijwel alleen als personeel in een restaurant, taxichauffeur of achter de desk van een reisbureau en alle restaurants gaan uit van het westerse driegangenmenu, in plaats van alles tegelijk zoals in Azië gebruikelijk is (‘Tom Kai Kai als voorafje? Nee, graag als hoofdmaaltijd met gestoomde rijst’) en zoveel mogelijk non-spicy.

Even wennen dus, maar Khao Lak is ook de uitvalsbasis voor een trip naar de Similan-eilanden, de beste duikplek van Thailand. We zijn hier dan ook om te leren duiken!

Via Wicked Diving krijgen we eerst drie dagen les vanuit Khao Lak. Het is erg interessant om te leren over de principes van het duiken, hoe om te gaan met stikstof in je bloed en vooral natuurlijk, hoe het duiken veilig te maken. Doordat Deaw, onze instructeur, erg relaxed is, zijn wij ook relaxed en gaan de noodoefeningen in het zwembad (onder water je regulator (= luchttoevoer) kwijtraken en weer terugvinden, masker af- en weer opdoen, elkaar helpen als de lucht opraakt, etc.) heel soepel.

Ook de twee duiken die we doen in de zee dichtbij Khao Lak gaan makkelijk. De eerste twee vissen die we zien zijn een lionfish (zee-engel?) en een schorpioenvis. Top, en we leren om nooit zomaar op de bodem te gaan zitten of iets aan te raken.

Na alle theorie en oefeningen vertrekken we dan voor een driedaagse trip naar de Similans. Samen met achttien andere duikers, zes divemasters en zes bemanningsleden zitten we op een boot, en onze leven bestaat even uit duiken-rusten-eten-duiken: heerlijk en spannend!

De eerste dag doen we onze laatste twee cursusduiken en halen we ons examen: we zijn nu gecertificeerd open-water-diver! Ondertussen genieten we ook van het onder water leven: al die soorten vissen! Triggerfishes, octopus, tonijn, barracuda, groupers, murenes, vlinder- en papegaaivissen, de lijst is eindeloos.

Op de tweede dag zwemmen we door mooie onderwaterlandschappen van graniet en koraal, en zwemmen bij de duikplek genaamd ‘Stonehenge’ onder grote blokken graniet door. ’s Avonds wordt een nachtduik georganiseerd, wat voor driekwart van de mensen een nieuwe ervaring is. We zijn zenuwachtig (je springt toch gewoon in pikzwart water), maar eenmaal onderwater werken de zaklampen uitstekend en is het gaaf om het onderwaternachtleven te zien met nieuwe vissen, kreeften en fluorescerend plankton. Na de derde ochtend hebben we dan in totaal elf duiken gedaan, zijn we moe en kunnen we met een grijns op ons gezicht zeggen dat het tijd is om naar het vasteland te gaan. Na een dag bijkomen en een leuke avond in de kroeg met de andere duikers is dan weer tijd voor de volgende bestemming.

[flickr_set id="72157638566966833"]

Omdat het onrustig is in Bangkok, besluiten we direct door te gaan naar Khao Yai National Park: een van de grootste parken van Thailand en bekend voor zijn moessonbossen met veel vogels, maar ook grote zoogdieren!

Daar aangekomen blijkt dat de afstanden allemaal wat groter te zijn dan we hadden gedacht: we zijn dan ook zo ongeveer de enigen die niet met de auto zijn gekomen. Gelukkig gaat liften heel makkelijk: elke pick-up die we een teken geven, stopt en laat ons meeliften in de bak: ideaal!

Vanaf het bezoekerscentrum is het anderhalve kilometer lopen naar onze bungalow. Onderweg zien we al Northern Pig-tailed Macaques, veel Sambar- en Blafherten en een man olifant! Dat is toch even spannend als je niet in een auto zit.

Die avond is Marianne moe, maar het kriebelt bij Merijn en dus gaat hij mee op een ‘nightdrive’. Het blijkt een schot in de roos: in een uur zien we naast veel herten twee Maleise Stekelvarkens, twee Palmcivetten, twee Kleine Indische Civetten en een Slow Loris (een soort nachtaap)!

De volgende twee dagen liften we naar plekken en wandelen over bospaadjes. Het is erg stil in het bos omdat er in deze tijd van het jaar weinig gezongen wordt, maar we sprokkelen toch aardig wat moois bij elkaar, zoals Groene Eksters, Blauwkeelbijeneters, White-crested/Lesser Necklaced en Black-throated Laughingthrushes, Siamese Vuurrugfazanten en een Dhole, een Aziatische wilde hond! Leuk is trouwens dat het hier echt overal Bladkoningen zitten.

Omdat het toch wat lastig is om goed om bepaalde plekken te komen, besluiten we de laatste dag een gids te boeken. Met hem blijkt het bos nog steeds behoorlijk stil, maar we zien wel een paar mooie dieren, zoals Withandgibbons, Siberische Blauwe Nachtegaal, Witkeelrotslijster, Oranjekoplijster, en Hartvlekspecht. De knaller komt echter aan het eind: na anderhalf uur doodstil door het bos te zijn gelopen, zien we een groep van maar liefst tien Siamese Vuurrugfazanten, die zich tegoed doen aan vallende vijgen. Terwijl we van deze vogels genieten, komt er plots een kat voorbij gejogd! Grootte, de lange staart en de ronde vlekken op zijn rug verraden een Marmerkat, een soort die maar zelden gezien wordt in het park. Gaaf! Met deze voor Marianne alweer haar achtste en Merijn zijn tiende kattensoort besluiten we ons verblijf in het park met welverdiend Singha-bier.

[flickr_set id="72157638566146716"]

Op naar Cambodja!

One thought on “Sawatdi krap/ Sawatdi ka!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>